BELEEF wat je LEERT
Inleiding
Dit werk wil min of meer oproepen om eens over de manier hoe wij – vooral in school – lesgeven na te denken. Het wil niet de inhouden of vakken ter discussie stellen, maar eerder naar mogelijkheden zoeken in hoeverre het kind, de jonge mens op en met de school, met en dankzij de leerstof gelukkig kan zijn.
Bij testen, proefwerken, examens moet helder worden wat de leerling – volgens de eisen van ministeries, inspecties en schoolleidingen – alles weet en kan. Zelden wordt de belangrijke vraag gesteld, of en in hoeverre het onderwijs kinderen gelukkig maakt en de jonge mens zich op school gelukkig voelt.
Vreugde, plezier in de omgang met de leerstof zal de leerling goed doen en hem motiveren om met het geleerde aan de slag te gaan, het intensiever te beleven.
Een wiskunde-formule te kennen en te gebruiken is toch in wezen zeer betrekkelijk! Hoe anders gaat men met formules of stellingen om, als men deze in de natuur, in het dagelijks leven als het ware ziet en ondervindt. Bijvoorbeeld de ervaring dat de stelling van Pythagoras – a2 + b2 = c2 – een natuurlijke kracht is, zonder dewelke niets overeind kan blijven.
De teksten in dit boekwerk willen motiveren om lessen en huiswerk ANDERS te begeleiden en in te richten zodat kinderen en jeugdigen een gelukkige schooltijd kunnen beleven.
De titel BELEEF wat je LEERT spreekt, denk ik, dan ook voor zich!
In de vele tekstbijdragen, ook in de afbeeldingen is dat de RODE DRAAD.
Wetenschappers en hun uitspraken, filosofieën, uitvindingen, formules – bijvoorbeeld Einstein, Pascal, Newton, Goethe, Vondel, Mulisch, Mozart – zouden voor de jonge mens een trouwe begeleider of referentiepersoon in het leven kunnen worden als men hen en hun ‘wijsheden’ heeft beleefd.
Bijvoorbeeld de filosoof en pedagoog Martin Buber (1878-1965). Met hem of met zijn filosofieën in hoofd en hart zou men het zo belangrijke ‘echte gesprek met de ander’ kunnen realiseren. Bij hem staat immers op de eerste plaats wat in de ondertitel wordt aangegeven: ‘Onderwijs en opvoeding in het licht van verbondenheid en geluk’.
Op het verbindende gesprek ligt in dit werk over opvoeding en onderwijs dan ook een grote nadruk. In de onderwijspraktijk van elke dag betekent dat, dat de jonge mensen, de kinderen met hun leraren vol vertrouwen in gesprek zijn. De leerlingen ervaren het respect, de openheid, de verbondenheid van de docenten en voelen zich op hun gemak.
De samenleving vereist weliswaar van de school ‘afgestudeerden’ die kennis van zake hebben. De leraar kan deze eis echter verbinden met dat wat ONDER de oppervlakte van de te leren en te beheersen stof ligt. Doordat de jonge mens daar de wonderen van het leven ont-dekt, zal niet alleen het werken op school, maar ook het ‘normale’ leven DIEPTE krijgen en aan rijkdom winnen. De jonge mens duikt met zijn leraar vol vertrouwen in het water, gaat met hem als gids een grot in – zonder zorg, angst dat dat hem iets zou kunnen overkomen – om daar de bodemschatten, de grottekeningen te vinden, deze te begrijpen en ervan te genieten. En vol enthousiasme keert hij terug uit deze ‘onderwereld’ naar de ‘bovenwereld’ om alles nu ANDERS – intensiever – te beleven. En met deze wonderen en verhalen gaat hij op weg. Op zijn mobieltje het ‘telefoonnummer’ van deze hem zo vertrouwde leraar.
Zo is een ieder in deze ANDERE school op weg om te BELEVEN wat hij LEERT. Dit in het teken of licht van VERBONDENHEID.
Denkend aan Martin Bubers wijze woorden zal men met de ANDER het gesprek aangaan. En al gauw zal ieder in zichzelf de ontwikkeling, de vorming (in de waarste zin van het woord) voelen, die leiden tot een houding, tot een omgang, waarbij de een tot de ander zegt: ‘Jij! Spreek, ik luister naar JOU!’ (het leidmotief voor een goed gesprek).
Werner Janssen
Beleef wat je leert
Onderwijs en opvoeding in het licht van verbondenheid en geluk
ISBN/EAN: 978-94-90456-18-4
Hardcover, 223 x 320 mm (staand), 136 pagina’s.
Kosten: voor EURIADE vrienden en partners €25 (boekwinkelprijs €35)